het drieslagmodel.

Het doel binnen het rekenen is het leren omgaan met functionele gecijferdheid. We willen kinderen leren om hun rekenvaardigheden in dagelijkse situaties toe te passen. Dit komt in de rekenmethodes naar voren in contextopgaven. In deze contextopgaven moeten kinderen leren om probleemoplossend te handelen. Het drieslagmodel doorloopt daarom steeds 3 dezelfde stappen.

 

- plannen (wat gebeurt er in de situatie?)

- uitvoeren (het uitrekenen van de situatie)

- reflecteren (nagaan of de situatie goed berekend is)

 

Het drieslagmodel is niet direct een oplossing voor rekenproblemen. Wel is het uitermate geschikt voor een leerkracht om inzicht te krijgen in het rekenproces van een kind. Waar gaat een kind de fout in? Zo krijg je als leerkracht een goed inzicht in het rekenproces van de kinderen uit je groep en kun je als er problemen ontstaan zien waar deze problemen ontstaan.

 

Het drieslamodel doorloopt steeds drie verschillende stappen.

Stap 1: Wat is het rekenprobleem? Wat kun je doen om het probleem op te lossen? Deze vragen leiden tot het maken van een actie of bewerking.

Stap 2: Wat ga je doen? Wat ga je uitrekenen? Wat ga je eerst doen? De uitwerking van de gekozen bewerking(en) leiden tot het vinden van een oplossing.

Stap 3: Wat heb je gedaan? Wat betekent deze oplossing binnen de context waarmee je begon? Heb je de bewerking correct uitgevoerd?

 

Afbeeldingsresultaat voor drieslagmodel

 

Door op deze manier rekenproblemen aan te pakken moet een kind in staat zijn om de opgaven op te leren lossen.